Welke boeken inspireren mij als tuinontwerper?
- De betovering van lijsten (Umberto Eco)
- De juiste boom voor elke tuin (Martin Hermy)
- Hypernatuur (Cor van Gelderen)
De lijst hierboven bevat titels van boeken die ik op deze website bespreek.
Voor de hand liggend binnen dit kader (de website van een tuinontwerper) zou zijn dat de lijst wordt aangevoerd door een boek over tuinen en planten, dan wel een boek over ontwerpen en/of ontwerpers. Zo is het niet. Het eerste boek op mijn lijst is een boek van de Italiaanse schrijver en semioticus Umberto Eco, over lijsten in de betekenis van opsommingen.
De betovering van lijsten
De betovering van lijsten, in 2009 geschreven door Umberto Eco, begint met een verhaal over het schild van Achilles. Homerus beschrijft dat schild in het achttiende boek van de Ilias. Eco vertelt het na en geeft er een nadere duiding aan.

Daarbij concludeert Eco dat het schild van Achilles de ultieme manifestatie van de Vorm is, van de manier waarop binnen de kunst harmonische voorstellingen worden gecreëerd waarin een bepaalde orde is aangebracht, een hiërachie, een voorgrond/achtergrondrelatie, tussen de voorgestelde zaken. Hij doelt op de verwijzende functie: een verhaal dat met woorden of met beelden vertelt dat er in de reële wereld, of in mogelijke werelden, “objecten en situaties bestaan die er zus of zo uitzien”.
Umberto Eco schrijft: “Een bepaalde vorm-geving zal ons niet aanzetten tot het zien van andere zaken dan die welke zijn gerepresenteerd: het schild van Achilles zegt alleen wat over de afgebeelde steden en velden en rept niet van hetgeen zich buiten de cirkel van de Oceaan bevindt.”
Dat bracht mij op de volgende gedachte. Net als een beeldhouwer wil een tuinontwerper een vorm creëren, zich die voorstellen, een orde aanbrengen, verwijzen naar een verhaal. Een tuinontwerper probeert te visualiseren hoe de tuin er uit kan zien.
Eco waarschuwt dat de artistieke weergave drastisch verandert als de kunstenaar (n.b. ik beschouw een tuinontwerper ook als een kunstenaar) onbekend is met de grenzen van hetgeen hij wil weergeven: “Of hij weet niet over hoeveel zaken hij het eigenlijk heeft en gaat dus maar uit van een, zo niet oneindige, dan toch op zijn minst astronomische hoeveelheid, óf hij slaagt er niet in een wezensdefinitie van iets te geven […] en somt in plaats daarvan de eigenschappen ervan op, teneinde het er over te kunnen hebben en het begrijpelijk en op een of andere manier waarneembaar te maken […].
Dat is de uitdaging: woorden, verhalen, om te zetten in beelden. Verschillende kunstenaars hebben getracht het genoemde schild in beeld te vatten, maar zijn daar, zoals te verwachten viel, volgens Eco slechts zeer bij benadering in geslaagd.
Tuinontwerpers zetten de woorden en verhalen van hun opdrachtgevers om in de verbeelding van tuinen. Het ontwerp is de verbeelding van een mogelijke tuin, geen volmaakte tuin. Een volmaakte tuin bestaat alleen in het rijk van de woorden.
Het boek wekte een tweede gedachte op die verband houdt met het werk van een tuinontwerper. Welke lijsten koestert de tuinontwerper? Dan zullen toch vooral de persoonlijke plantenlijsten zijn. Zelf blijf ik bezig om dergelijke lijsten samen te stellen voor de tuinen die ik mij verbeeld. En ik houd mijn favoriete planten ook in de reële wereld in het vizier: hoe maken ze het in al die verschillende tuinen?
Alleen al de inhoudsopgave van het boek De betovering van lijsten doet prikkelt mijn verbeelding. Om een paar hoofdstukken (van de 21) te noemen:
- de visuele opsomming
- het onuitsprekelijke
- lijsten van zaken
- lijsten van plekken
- de ene lijst is de andere niet
- interactie tussen lijst en vorm
- het curiositeitenkabinet
- definities op grond van eigenschappen en wezensdefinities
- de coherente overdaad
- de chaotische opsomming
In het hoofdstuk ‘De coherente overdaad‘ is een beschrijving opgenomen van de bloemen in de tuin van Paradou in De fout van pastoor Mouret van Zola. Een prachtig beschreven tuin…, maar inderdaad een voorbeeld van coherente overdaad.
Ieder hoofdstuk bevat wel een vonk voor inspiratie of juist een signaal dat waarschuwt voor onbalans.
In dit stukje wil ik de kans niet laten lopen om een van de mooiste lijsten te citeren die ik ken en die ook Eco in zijn boek aanhaalt, namelijk een lijst die Borges heeft verzonnen, de opsomming van dieren in de Chinese encyclopedie Hemels emporium van welwillende kennis, met de volgende onderverdeling van dieren: [1] toebehorend aan de keizer; [2] gebalsemde; [3] getemde; [4] speenvarkens; [5] zeemeerminnen; [6] fabeldieren; [7] zwerfhonden; [8] die welke in deze classificatie zijn opgenomen; [9] die welke tekeergaan als dwazen; [10] ontelbare; [11] die welke getekend zijn met een fijn kameelharen penseel; [12] enzovoorts; [13] die welke net een vaas hebben gebroken; [14] die welke in de verte op vliegen lijken.
Volgens Eco is dit een voorbeeld van een manier om de wereld eens flink door elkaar te schudden en als het ware eigenschappen op een hoop te gooien en zo nieuwe verbanden tussen uiteenlopende zaken bloot te leggen dan wel vraagtekens te plaatsen bij verbanden die als algemeen geldend worden beschouwd.
Die benadering… een vraagstuk in een conceptuele fase flink door elkaar te schudden, verbanden te onderzoeken, weer orde aan te brengen… dat is wat mij als tuinontwerper aanspreekt… daar aan te werken… dat is inspirerend.
Eduard Groen
Leiden, 7 oktober 2020; herzien op 31 januari 2021
Eco, Umberto (2009) De betovering van lijsten. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam.Vertaald door Yond Boeke en Patty Krone.
Borges, J.L. (1981) ‘De analytische taal van John Wilkins’, in: De cultus van het boek en andere essays, De Bezige Bij, Amsterdam.

Zie ook de boekbespreking door Cyrille Offermans in De Groene Amsterdammer, 24 februari 2010: “De overdaad moet getemd”, artikel over Umberto Eco, De betovering van lijsten